Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1828

Datum uitspraak2008-10-29
Datum gepubliceerd2008-10-29
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200801809/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 30 mei 2006 heeft de raad van de gemeente Loenen geweigerd aan [appellant] vrijstelling te verlenen voor het oprichten van een veldschuur op het perceel aan de [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).


Uitspraak

200801809/1. Datum uitspraak: 29 oktober 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak in zaak nr. 06/3150 van de rechtbank Utrecht van 25 januari 2008 in het geding tussen: [appellant] en het college van burgemeester en wethouders van Loenen. 1. Procesverloop Bij besluit van 30 mei 2006 heeft de raad van de gemeente Loenen geweigerd aan [appellant] vrijstelling te verlenen voor het oprichten van een veldschuur op het perceel aan de [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel). Bij besluit van 20 juli 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loenen (hierna: het college) geweigerd aan [appellant] bouwvergunning te verlenen voor het oprichten van een veldschuur op het perceel. Bij besluit van 30 oktober 2006 heeft het college het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 25 januari 2008, verzonden op 28 januari 2008, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het daartegen door [appellant] ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 maart 2008, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. [appellant] heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partij toegezonden. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 oktober 2008, waar [appellant] in persoon en het college, vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Martens en mr. T. de Smet, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. De rechtbank heeft overwogen dat [appellant] geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, nu hij geen eigenaar meer is van het perceel, hij de veldschuur niet meer wenst te realiseren en hij niet gesteld heeft schade te hebben geleden als gevolg van het besluit van 30 oktober 2006. De wens van [appellant] om genoegdoening in verband met zijn stelling dat hij gedurende ruim dertig jaren is tegengewerkt door de gemeente Loenen, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aanleiding om tot een inhoudelijke beoordeling van het beroep over te gaan. Nu het onderhavige geding uitsluitend betrekking heeft op de weigering bouwvergunning te verlenen voor een veldschuur die [appellant] niet meer kan noch wil realiseren, ziet de Afdeling in zijn uitgebreide betoog over hetgeen is gepasseerd rond de pogingen van [appellant] te komen tot een vorm van exploitatie van een door hem in 1972 aangekocht fruitteeltbedrijf aan de [locaties] te [laats], geen grond het oordeel van de rechtbank onjuist te achten. 2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. C.J.M. Schuyt en mr. K.J.M. Mortelmans, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.G.P. Oudenaller, ambtenaar van Staat. w.g. Vlasblom w.g. Oudenaller voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 29 oktober 2008 190-531.